Drie waardevolle boeken die zeggen: Niet doen! Wat heb je daar aan? In onze boekenkast staan de volgende titels: Leidinggeven aan professionals? Niet doen! (Mathieu Weggeman), Aanspreken? Gewoon doen!, maar dan het addertje onder het gras: Vergeet de feedbackregels! (Gytha Heins) en Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen! (Laura Batstra). Hebben de uiteenlopende onderwerpen van deze boeken iets gemeen? Naar mijn idee wel. Elk boek houdt een pleidooi tegen klassieke theorieën in om te kijken naar de kracht van mensen i.p.v. ze te behandelen als personen waar iets mis mee is. En waar vervolgens iets aan gedaan of gerepareerd moet worden. Mathieu Weggeman pleit ervoor om ervan uit te gaan dat professionals al uit zichzelf gemotiveerd zijn. En dat je als manager moet oppassen om dat enthousiasme niet te verprutsen door werkprocessen alsmaar te plannen en te controleren. Gytha Heins vindt dat nog een workshop ‘feedback geven’ geen enkele zin heeft omdat goed aanspreken veel lastiger is dan we altijd dachten. Het zit hem niet in de regels van feedback aanleren, maar in hoe we denken en voelen over elkaar aanspreken. Feedback gaat over kleur bekennen en de kwetsbaarheid die we ervaren, zowel om iemand aan te spreken als om aangesproken te worden. Daar zou het over moeten gaan. Tot slot waarschuwt Batstra voor verkeerd gebruik van de diagnose ADHD. Dit label wordt nogal eens gezien als oorzaak van hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen. Men zegt dan: “Uw zoon heeft ADHD, daarom is hij zo druk”. Juist zou zijn: “Uw zoon is zo druk en dat noemen we ADHD”. ADHD is geen ‘hersenafwijking’ die druk gedrag verklaart, ADHD is dat gedrag. We zouden het raar vinden als iemand zou zeggen: “Ik ben een schreeuwlelijk, daarom schreeuw ik zo”, of “Ik ben vrijgezel, daarom ben ik niet getrouwd’. Dit is precies wat er vaak gebeurt met het label ADHD. Verder vindt Batstra dat ADHD wel degelijk serieus genomen moet worden, maar dat de diagnose alleen gesteld mag worden als er duidelijke beperkingen zijn in het sociale en schoolse functioneren van een kind.
De kern van deze drie boeken is voor mij dat we voorzichtig moeten zijn met vaststaande labels en adviezen. Moeten we dan helemaal niets doen? Nee, maar de vraag is welke interventie wel vruchtbaar is. Dat is niet zo eenvoudig te bepalen, maar deze boeken sluiten aan bij het erkennen van de waarde van ‘niet storend ingrijpen’. Over dit begrip uit het Taoïsme, dat mij na aan het hart ligt, schreef ik eerder de blog Wanneer ben je als begeleider effectief?.
Het gaat dus om het doen van interventies die ontwikkeling bevorderen en het nalaten van interventies die meer problemen opleveren dan ze oplossen. Voorzichtigheid is dus geboden. Deze visie is het uitgangspunt van programma’s van het Balkon zoals de Training Mentaliserend coachen. Zie ook mijn blog: Etiketten plakken op mensen?.